Wanneer de werkgever bedrijfsmiddelen ter beschikking stelt, blijft de werkgever de eigenaar. Wanneer de werknemer uit dienst gaat of stopt met thuiswerken moet hij de bedrijfsmiddelen teruggeven aan de werkgever. Wanneer de werkgever bedrijfsmiddelen verstrekt, wordt de werknemer eigenaar van het bedrijfsmiddel. Vergoeden is ook nog een optie. In dit geval schaft de werknemer zelf middelen aan en declareert deze bij de werkgever. De werknemer is eigenaar van deze middelen.
Toch zijn er ook overeenkomsten, namelijk op fiscaal vlak. Als de werkgever een voorziening uitdeelt, is dat in principe belast loon. Voor zowel een verstrekking als een terbeschikkingstelling kan echter een gerichte vrijstelling of nihil waardering gelden. Ze mogen dan onder voorwaarden onbelast blijven zonder dat ze van de vrije ruimte van de werkkostenregeling snoepen. Een (belaste) verstrekking of terbeschikkingstelling aanwijzen als eindheffingsloon en onderbrengen in de vrije ruimte om er zo onbelast loon voor de werknemer van te maken, mag ook. Er moet dan wel onder andere voldaan worden aan de gebruikelijkheidstoets.
Wat het verstandigste is, is geheel afhankelijk van de situatie. Is deze thuiswerksituatie tijdelijk, totdat de maatregelen rondom COVID-19 opgeheven worden? Of bevalt het thuiswerken voor zowel de werkgever als de werknemer en zal het thuiswerken ook na COVID-19 door blijven gaan?
Indien de medewerkers weer op het kantoor aan het werk gaan wordt toch geadviseerd de bedrijfsmiddelen ter beschikking te stellen. Zo heeft de werkgever zelf in de hand wat er na afloop van de thuiswerkperiode met deze bedrijfsmiddelen gebeurt.
Indien de medewerkers (veelal) thuis blijven werken na het opheffen van de COVID-19 maatregelen, maakt het niet veel uit of de bedrijfsmiddelen ter beschikking gesteld worden of verstrekt. Indien een medeweker uit dienst treedt, blijft de werkgever eigenaar van ter beschikking gestelde middelen. Zo heb je zelf altijd in de hand wat er met de bedrijfsmiddelen gebeurt. Veel werkgevers geven hier de voorkeur aan.
Bij vergoeding of verstrekking staan de middelen niet op de balans van het bedrijf. Indien een medewerker uit dienst treedt, blijft hij eigenaar van bedrijfsmiddelen die zijn verstrekt of vergoed door de werkgever.
Vergoeden wordt in de meeste gevallen afgeraden. Het verstrekken van middelen heeft meer voordelen, omdat zo geen discussie kan ontstaan over de voorwaarden waar middelen aan moeten voldoen. Wanneer het bedrijf middelen verstrekt, kunnen zij zelf bepalen of de middelen aan die bepaalde voorwaarden voldoet.